De 7 lessen voor activisten.

 

Het thema van mijn boekenweek is Activisme. Elke dag deelde ik een element van mijn boek Ben jij al activist? dat in juni verschijnt. Heb je iets gemist? Hier staan ze bij elkaar, de 7 lessen voor activisten. Ik ben benieuwd wat je herkent. 

1. Een activist laat zichzelf zien.

Het werd een verstoring genoemd. Tijdens de opening van het boekenbal gisteren riep Freek de Jonge de aanwezigen op tot een verklaring over de speech van Thierry Baudet. Waarom heet dat meteen een verstoring? Is Freek een aandachttrekker of een activist? Blijven wij schrijvers liever ver van maatschappij en politiek? Gezellig in ons bubbel-bal? Freek is een activist. Hij laat zichzelf zien, neemt risico en ontvangt de reacties, positief én negatief. 

2. Een activist toont daadkracht met een hart. 

Moeder de vrouw, dat is het thema van de boekenweek, en dat riep direct protest op. Ik vond het ook niks. Staat de wereld in brand, gaan de schrijvers een beetje zeuren over hun moeders. Niet te snel oordelen: een activist zonder gevoel, dat is een killer. Moeders zijn misschien wel de beste activisten.

Jacinda Ardern bijvoorbeeld, premier van Nieuw-Zeeland. Vijf dagen na de aanslag in Christchurch verklaarde ze een verbod op semi-automatische wapens. Tegelijkertijd oogstte ze veel lof met haar authentieke en hartverwarmende reactie naar de nabestaanden. Ze begrenst en ze verwarmt. In mei van dit jaar zal ze ’s werelds eerste welzijnsbegroting opstellen. Daarin staat een beleid centraal dat verder kijkt dan economische groei. Misschien is het wel niet toevallig dat ze ook moeder is. Ze is een activistische moeder: ze bracht haar baby mee naar de jaarvergadering van de VN. Jacinda is activist.

3. Een activist is verlegen.

Bij de demonstratie tegen de Brexit afgelopen zaterdag liep iemand met dit bord: It's so bad even the introverts are here. Verlegen mensen associeren we niet met activisme. Zij houden meestal niet van grote massa’s. Zij houden van intieme ontmoetingen. Als iemand zacht praat, ga je beter luisteren. Zij houden meer van doordachte en doorvoelde argumenten. Zij houden van de nuance. Zij brengen verzachting, zij geven nuance aan de polarisering. Juist daarom zijn verlegen mensen welkome activisten.

4. Een activist kijkt door een sociologische bril in plaats van te psychologiseren.

In een recent interview in Medisch Contact vertelt een psychiater die de terrorist Anders Breivik onderzocht, dat het zelfs voor een doorgewinterde, ervaren forensisch psychiater moeilijk was te accepteren dat iemand die een dergelijk bloedbad heeft aangericht bij zijn volle verstand was. Het is beter te verteren dat hij gestoord was. 

Het valt me op, dat we vaak psychologische verklaringen zoeken voor misstanden. Dat past in een trend van psychologisch kijken die Het is de individuele verantwoordelijkheid centraal zet. Ik pleit, samen met socioloog Mark van Ostaijen - die daar een inspirerend boek Wij zijn ons over schreef - voor een maatschappelijk perspectief. Dan kijk je naar de sociale context; welke condities hebben dit in de hand gewerkt? Wat hebben we voor samenleving? Als activisten willen we het systeem veranderen. Dan helpt een sociologische blik. 

5. Een activist denkt hardop met anderen in plaats van over anderen. 

We hebben een nieuwe denker, of moet ik denkster zeggen, des vaderlands, Daan Roovers. Zij vertelt in een interview op Brainwash: ‘ Ik heb nagedacht wat mijn stijl van filosoferen is en ik ben uitgekomen op publiek denken. Dat is hardop denken, interactief, met anderen en dan met het oog op onze gezamenlijkheid. Immanuel Kant had over het publiek gebruik van de rede. Hij zette dat af tegen privaat denken, dat is denken vanuit een bepaalde positie: als werknemer bijvoorbeeld, of als student. ‘

Hier gaat mijn hart van kloppen. In de veranderingen van deze tijd hebben we het nodig om hardop met elkaar te denken. Het maakt me alert op mijn manier van denken. Activisten denken met anderen, in plaats van voor of namens anderen.

6. Een activist leert van iedereen. 

Ik zit de Intercity Direct. We staan al een half uur stil in een weiland. Wees gerust, dit wordt geen klaag-blog. Na een half uur rijden we weer. Al bijna was ik de NS gaan twitteren. Dan roept de conducteur om: we hebben maar een half uur vertraging in plaats van de 3,5 uur die vaker bij dit soort problemen nodig is. Dat voedt mijn woede. Ik wil mijn telefoon voor een venijnige tweet pakken. Wonderlijk, ik twitter anders nooit. Twitter: de anonieme boksbal voor frustratie. 

De conducteur praat verder. Hij vertelt de feiten; dat we geld kunnen terugvragen voor de vertraging. De aansluitingen op Schiphol. Hij gaat verder: wenst ons een fijne avond en vraagt of wij op vakantie met een cocktail in de hand, op zo’n onbedorven, mooie plek, niet dit verhaal willen vertellen. Ik lach hardop, mijn slechte humeur is weg.

We rijden Schiphol binnen en hij vervolgt: als u er erg blij van wordt, mag u zo op het perron me komen uitschelden. Ik wil uitstappen en hem een knuffel geven. De trein rijdt verder. 

Geschrokken van mijn opgefokte reactie, denk ik na over wat er aan de hand is. Dus dit is waar we in deze maatschappij aan meedoen, ik ook. Het gevoel van recht hebben. Op wat eigenlijk? Doorgeschoten assertiviteit. Dit heeft niks met activisme te maken. Verontwaardiging, waarom? Ben ik in mijn waarde aangetast als ik dertig minuten moet wachten? Blijkbaar. Prinses op de erwt.

Als ik uitstap, kijk ik om me heen en zie twee conducteurs staan. Ik loop op ze af en vraag: ‘was één van jullie diegene van het omroepbericht?’ Geschrokken knikt één van hen. Zou hij nu die scheld-kanonnade verwachten? Lachend complimenteer ik hem met zijn grappige, wijze taal, en dank hem voor zijn wijze les. ‘Behalve dat u mijn humeur hebt verbeterd, hebt u mij een grote les geleerd.’ 

En jij? Ik gun je vertraging en een wijze conducteur. Hopelijk denk je aan deze blog als de dingen niet zo lopen als je wil. Dat noemen ze ook wel: leven. Dat leerde deze conducteur mij, op deze nu bijzondere, donderdagavond van de boekenweek. 

7. Een activist maakt zichtbaar wat onzichtbaar is.

Ik las vanmorgen in de krant dat filmmaakster Agnès Varda op 90-jarige leeftijd is overleden. Visages Vilages uit 2017 is één van haar films die me bij zijn gebleven. Dit is een roadmovie en documentaire ineen. In een bus doorkruist ze samen met de Franse fotograaf JR het Franse platteland. Ze ontmoeten dorpsbewoners, van wie ze levensgrote portretten maken die ze als affiches op hun huizen plakken. Mensen die anders onzichtbaar blijven: boeren, geitenhoeders, fabrieksarbeiders en dokwerkers, de postbode en de serveerster, laatste bewoonster van een oud mijnwerkers straatje, ze krijgen een verhaal en een levensgrote beeltenis. 

Behalve dat ze anderen zichtbaar maken, die normaal verborgen leven, schroomt ze ook niet zichzelf te laten zien. Je krijgt een ongepolijst inkijkje in de samenwerking tussen Agnès en JR. De ‘making of’ zit in de film zelf. Ongepolijst discussiëren, plagen en troosten ze elkaar, als een liefdevol echtpaar. Terwijl ze elkaar voor dit project niet kenden.

In de film is een ontmoeting met filmmaker Godard gepland, een belangrijk moment voor Agnès, dit zal de laatste keer zijn dat ze hem, een oude vriend kan zien, maar deze geeft niet thuis met een plagerig briefje op de deur.. Ze toont evenzeer haar eigen teleurstelling en frustratie hierover.

Activisten maken zichtbaar wat onzichtbaar blijft. Ze laten zien. Dat heb je nodig als je beweging en verandering wil creëren. Niet alleen de barricaden opgaan, maar ook het platteland in en de onzichtbaren zichtbaar maken. Dat is activisme. Daarom ben ik zo blij dat ik de kunst kan afkijken van voorbeelden als Agnès Varda.