Hacken als positieve interventie.

 

Een paar keer per week loop ik erlangs, en elke keer ben ik weer verrast. Ik ben op weg naar huis, heb haast, mijn oogkleppen op tegen de drukte, en in mijn hoofd maak ik boodschappenlijstjes of verteer de gebeurtenissen van de dag.

Zonder dat ik het doorheb vertraagt mijn pas altijd en vaak blijf ik staan luisteren naar degene die op de vleugel speelt, midden in station Amsterdam Centraal. Soms is het de muziek die zo mooi is die me lokt, een andere keer is het grappig, een kind dat pingelt. Of het staat vol met mensen, en ben ik benieuwd waarom. Soms heb ik een onverwacht gesprekje. Altijd verandert mijn stemming ten positieve.

Een mooi initiatief, zo’n interventie die dwars op het doel van het station staat, of in ieder geval dwars op mijn doel: ‘snel naar huis’.

Recent had ik een ontmoeting met een aantal jonge kunstenaars en een aantal oude rotten in het kunstvak, zoals een oud museumdirecteur, over de rol van kunst in deze tijd. Na de eerste vriendelijke verkenningen, ging het langzaam botsen, en dreven overtuigingen de twee partijen verder uit elkaar. Oud en nieuw botsen.

Opeens schoot mij het voorbeeld van de vleugel op het station te binnen. Dat vertel ik, ik weet in eerste instantie niet waarom, ik wilde in ieder geval de loop van het gesprek doorbreken. Een interventie dwars op het gesprek. Iedereen kende de situatie en was erdoor gecharmeerd. Er ontstond een nieuwe wending in het gesprek.

Samen keken we naar de werkzame ingrediënten van deze interventie. We ontdekten dat het zou niet werken als er alleen maar toppianisten zouden spelen, of alleen maar kinderen, of als je er een wedstrijd ‘so you think you can play’ van zou maken.

Juist bij de gratie van het loslaten werkt het. Er wordt niks geregeld, niks gecontroleerd.  Er spreekt vertrouwen uit om de piano, zelfs een vleugel zo te laten staan. Die losheid maakt dat het werkt.

In ons gesprek constueerden we samen deze bijeenkomst. Misschien wel bij de gratie dat we zo toevalligerwijs bij elkaar gekomen zijn. Net zoals de mensen die zich toevalligerwijs rond de vleugel verzamelen. Gaat zulke betekenisvorming makkelijker als het toevallig gebeurd?

Als je op youtube zoekt onder ‘piano en Amsterdam station’, vind je heel veel filmpjes. Op sommige is een koor rond de piano ontstaan, op andere een solo-zang. Het zijn gelegenheidsformaties, net als wij tijdens onze kunst-ontmoeting. Het leiderschap is er vanzelf geregeld. Meestal is de pianist de leider, maar soms bepaalt het publiek welke muziek er gespeeld wordt, of sluit een andere muzikant aan. Het is vrij om aan te sluiten en weer door te lopen. ‘ik ga verder, ik moet mijn trein halen’ en weg is de pianist, om soepel vervangen te worden door de volgende gegadigde.

Is die vleugel op het station nu een voorbeeld van een hack? In de directe betekenis van het woord niet. Een voorbeeld van een hack is een knijper aan je broek klemmen om te zorgen dat de pijp niet in de spaken komt. Een voorwerp voor iets anders gebruiken dan waar het voor bedoeld is. De vleugel is bedoeld om te spelen.

De locatie wordt anders gebruikt dan waarvoor bedoeld. Het station is geen concertgebouw. Het is dus een context-hack.

Het effect van deze context-hack is groot. Er ontstaat ontspanning, ik krijg een goed humeur, en ik neem aan dat ik niet de enige ben. De sfeer op het station wordt zachter; ik vermoed dat mensen minder klagen over vertragingen. Wie weet is er minder vandalisme. Er ontstaan onverwachte ontmoetingen. Er is een filmpje van een pianist die daar had gespeeld. Hij plaatst een oproep voor het meisje dat met hem had meegezongen ‘ wie ben je’ . Toeristen posten filmpjes en foto’s met enthousiaste reacties en maken zo positieve reclame voor Amsterdam.

Welke ‘vleugel’ kan jij in jouw organisatie neerzetten?  Of staat er al een vleugel en moet je er alleen ‘bespeel mij’ op zetten? Ik ben op onderzoek naar dit soort positieve hacks voor en met organisaties.